Prins van de hel
Frankrijk, 1682. Rose-Angélique de Villefranche geniet van de luxe en de feesten aan het hof van Lodewijk XIV. Dolverliefd is ze op Jean-Jacques. Maar haar vader vindt hem te min. Nee, de minnares worden van de koning, dat is het hoogste wat een hofdame bereiken kan.
Dan moet Rose onverwacht onderduiken. De gevaarlijke vijanden van haar vader hebben het ook op haar gemunt. Ze belandt in een streng klooster als novice en krijgt het er zwaar te verduren. Werken in het lijkenhuis, de harde opmerkingen van de kille nonnen. Rose is er veilig, maar heel ver weg van Versailles en van Jean-Jacques en zijn prachtige liefdessonnetten.
Bekroond met een Boekenwelp
3de plaats kinder- en jeugdjury 2009-2010
2de plaats kleine Cervantes 2010